Apparaatpracticum

Aan de hand van een stap-voor-stap uitleg leren studenten bijvoorbeeld over het klaarzetten, aanzetten, instellen, opties, uitvoeren, aflezen, bijstellen, resetten, uitzetten, schoonmaken en opbergen van een apparaat of computerprogramma dat ze bij een begrips- of onderzoekspracticum gaan gebruiken. Lees verder... Apparaatpracticum

Begripspracticum

Een begripspracticum is een praktische opdracht die studenten doorgaans uitvoeren in een praktijkruimte om te zien hoe bepaalde principes werken, om ze vervolgens beter te kunnen begrijpen. Het practicum vindt plaats in aanwezigheid van begeleiding, of het wordt door de docent of practicumbegeleider zelf uitgevoerd.  Lees verder... Begripspracticum

Simulatie met een game

Simulatiespellen kunnen worden gebruikt om studenten zo effectief mogelijk (door het spelelement) specifieke taken te laten uitvoeren in een situatie waarvan het werkelijkheidsgehalte zo hoog mogelijk is, maar  waarin het veilig is om fouten in te maken (zoals bij een vlieg-, rij- of operatiesimulator) en die waar nodig vereenvoudigd is Lees verder... Simulatie met een game

Online breakout-groepen

Tijdens een online bijeenkomst kun je studenten activeren door ze in groepjes uiteen te laten gaan naar een online groepsruimte (‘breakout room’) en ze daarbij een opdracht mee te geven waarover ze moeten overleggen, discussiëren of waarbij ze samenwerken in een document, whitebooard of andere tool. Lees verder... Online breakout-groepen

Mix & match

Een spelvorm waarbij studenten passende vragen en antwoorden bij elkaar moeten matchen en dit moeten beargumenteren. Lees verder... Mix & match

Korte quiz tijdens de les

Met een korte quiz stel je tijdens de les een aantal vragen over leerstof die eerder behandeld is (in een vorige module, vorige les of eerder tijdens deze les). Zorg ervoor dat elke student gaat nadenken door iedereen te laten antwoorden of omdat de kans altijd bestaat dat ze gevraagd Lees verder... Korte quiz tijdens de les

Quiz voor of na de les

Studenten maken een serie toetsvragen die schriftelijk of via een digitale toets worden gesteld, en die zij zelf kunnen nakijken aan de hand van een lijst met antwoorden (bij een schriftelijke toets), of die automatisch worden nagekeken door de toetsapplicatie waarin de (digitale) toets is klaargezet. Het maakt daarbij niet Lees verder... Quiz voor of na de les

Zelfstudietoets met open (casus)vragen

Zelfstudietoetsen bevatten meestal gesloten vraagtypen zoals meerkeuzevragen, juist/onjuist, invulvragen, etc. die automatisch gecontroleerd worden door de gebruikte toetsapplicatie. Bij een casustoets is er vaak sprake van open vragen die niet automatisch kunnen worden gecontroleerd, waardoor de student moet wachten tot de docent het heeft nagekeken of besproken in de les. Lees verder... Zelfstudietoets met open (casus)vragen

Ontwikkelen van een begrippenlijst

Studenten houden tijdens het doornemen van de lesstof (voor of na de sessie) voor zichzelf een lijst bij van moeilijke begrippen. Per begrip noteren ze in hun eigen woorden de uitleg van het begrip. Naarmate hun kennis van de begrippen verbetert kunnen ze deze uitleg verder aanscherpen. De begrippen kunnen Lees verder... Ontwikkelen van een begrippenlijst

Draaiboek schrijven

Studenten krijgen de opdracht om iets binnen bepaalde randvoorwaarden (fictief) te organiseren. Afhankelijk van de situatie kan het evenement fictief of daadwerkelijk plaatsvinden. De studenten beschrijven het doel, de randvoorwaarden, de belangrijkste mijlpalen en een detailplanning van het evenement. Bedenk ook hoe de studenten eventueel feedback kunnen verzamelen over het Lees verder... Draaiboek schrijven