Onderzoekspracticum

JE KUNT DEZE WERKVORM GEBRUIKEN OM...

studenten vaardigheden te leren voor het doen van experimenteel onderzoek, zoals het opstellen van een onderzoeksvraag, een hypothese, bepalen van een aanpak.

KORTE BESCHRIJVING (wat is het?)

Bij een onderzoekspracticum gaan studenten zelf experimenteel onderzoek doen. Experimenteel onderzoek is gericht op het verklaren, bevestigen of optimaliseren van iets. Het kan een volledig onderzoek zijn of het kan focussen op enkele onderzoeksvaardigheden, zoals het opstellen van een onderzoeksvraag, hypothese of werkplan, of juist op het uitvoeren ervan en het noteren van waarnemingen en conclusies.

Door het practicum uit te voeren leren de studenten niet alleen door de waarnemingen die zij doen, maar ook door te reflecteren op hun onderzoeksvaardigheden: was dit een handige onderzoeksvraag of hypothese, was de aanpak goed en volledig, etc.

HOE KUN JE DEZE WERKVORM UITVOEREN (algemeen)?

Net zoals bij een begripspracticum of appraatpracticum begin je met het maken van afspraken over veiligheid het gebruik van apparatuur, instrumenten, materialen en de stoffen waarmee gewerkt wordt.

Als er apparaten zijn die studenten nog niet kennen, plan dan eerst een apparaatpracticum. Afhankelijk van de complexiteit kan dat in dezelfde les, maar het moet voor de studenten heel duidelijk zijn wanneer dit plaatsvindt en dat zij daarbij alleen maar hoeven te focussen op het apparaat. Als studenten al onderzoek moeten doen terwijl zij de apparatuur nog niet kennen, kunnen zij niet meer focussen op de het onderzoek en hun onderzoeksvaardigheden.

In vrijwel elk onderzoekspracticum zullen de meest algemene onderzoeksvaardigheden aan bod komen, zoals het observeren, meten, opschrijven en verwerken van resultaten (Van den Berg & Buning, 1994)

  1. Afhankelijk van de leerdoelen van de les gééf je de studenten de bijbehorende onderzoeksvraag, hypothese en/of het werkplan, of je laat ze dit zelf (vóór het practicum) opstellen. Afhankelijk van hoe zelfstandig studenten dit kunnen kan dit een voorbereidende opdracht zijn, of het zijn stappen die je in de lessen voorafgaand aan het practicum uitgebreid behandelt.
    • Laat studenten bij het doen van hun onderzoek binnen bepaalde kaders ook eigen keuzes maken: wat gaan zij precies onderzoeken (bijv. omstandigheden, eigenschappen, interventies, reacties) en hoe denken ze dat te gaan doen?
    • Bij een onderzoekspracticum ligt de focus op de onderzoeksvaardigheden. Gebruik dus geen lastige concepten of apparaten voor de studenten of zorg ervoor dat zij deze goed kennen op het moment dat het practicum plaatsvindt.
    • Geef studenten de mogelijkheid om af te wijken van hun werkplan. Op basis van waarnemingen of nieuwe ideeën kunnen ze (een) extra stap(pen) nemen of stappen overslaan, mits zij dit verantwoorden. Laat hen dus wel noteren waarom zij bepaalde keuzes hebben gemaakt.
  2. Studenten noteren de meetresultaten en verwerken deze in tabellen of grafieken om relaties aan te duiden, om antwoord te geven op hun onderzoeksvraag.
  3. In de discussie beschrijven ze hoe nauwkeurig hun antwoord was, hoe betrouwbaar (verwachten ze dezelfde resultaten als het onderzoek nogmaals wordt uitgevoerd?) en hoe valide (waren de omstandigheden realistisch genoeg om er conclusies aan te kunnen verbinden)?
  4. Afhankelijk van hoeveel tijd er is en de grootte en complexiteit van het onderzoek, kunnen studenten deze laatste stappen nog tijdens het practicum uitvoeren of anders als verwerkingsopdracht, of als opdracht die centraal staat in de volgende les.

Bronnen:

 

HOE KUN JE DEZE WERKVORM ONLINE UITVOEREN?

Veel practica gebeuren in een speciale omgeving met specifieke apparatuur, instrumenten, materialen of stoffen. Sommige practica kunnen echter ook online plaatsvinden. Dit geldt bijvoorbeeld voor programmeren of practica die gedaan kunnen worden met huis-tuin-en-keukenspullen en die verder geen gevaarlijke situaties kunnen opleveren voor de student en zijn omgeving.

Zorg er in dat geval voor dat je de werkplannen van de studenten goed hebt bekeken (of laat ze deze eerst kort presenteren), of laat ze een door jou aangereikt werkplan gebruiken. Geef binnen die kaders wel de ruimte om naar eigen inzicht aanpassingen te maken op het werkplan (die uiteraard nauwkeurig genoteerd moeten worden).

  1. Er kan een centrale online aftrap zijn, en als het mogelijk is kunnen studenten een opstelling maken waarbij zij live in een online meeting laten zien wat er gebeurt. Zorg er in elk geval voor dat je als docent bereikbaar bent op het moment dat de studenten het practicum uitvoeren.
  2. De opdracht zullen ze individueel of met een groepje in een breakout-room uitvoeren. In het laatste geval kunnen ze een taakverdeling aanbrengen: wie voert het onderzoek uit en wie kijkt mee om aanwijzingen te geven, ideeën in te brengen en waarnemingen te noteren?
    Bij een individuele uitvoering kunnen de studenten enkele foto’s of een korte video maken om te laten zien wat er bij hen gebeurt.
  3. Laat studenten altijd per stap noteren hoe het ging en wat zij waarnamen. Daarna volgt het verwerken van de resultaten, en het schrijven van de conclusie en discussie. Dit kan individueel of gezamenlijk in de breakout-groep.
  4. Afhankelijk van hoeveel tijd er is kunnen aan het eind van de les bevindingen en eventuele vervolgvragen worden besproken.
ERVARING
Heb jij ervaring met deze werkvorm en wil je die graag delen? Neem contact met ons op!
KENMERKEN
Taxonomie van Bloom: , ,
Taxonomie van Miller:
Categorie leeractiviteit: , ,
Interactie:
Wanneer:
GERELATEERDE APPLICATIES
  •  Microsoft Teams
  • GERELATEERDE WERKVORMEN
  • Apparaatpracticum
  • Begripspracticum